Voorbeelden

1. Currants, a husk of something...
   Krenten, een zemel of zo.
2. ... Nothing more than a bloodless husk.
   Niets meer dan een bloedeloze schil.
3. Yeah, what the hell is a husk?
   Ja, wat is in godsnaam een schil?
4. A soured husk of who he once was.
   Een verzuurd omhulsel van wie hij ooit was.
5. Another epidermal husk, a fully-intact human pelt.
   Wederom een omhulsel, een volledige menselijke huid.
6. Your manhood will shrivel and become a useless husk.
   Je mannelijkheid zal inkrimpen en een waardeloos omhulsel worden.
7. Your husk will simply be an instrument of my will.
   Je omhulsel zal niets zijn dan een instrument van mijn wil.
8. You 'll be a hollowed-out husk of a man.
   je bent een uitgeholde schil van een man.
9. Then you slipped into that husk that punk stole from us.
   Toen deed je die schil aan die die knakker van ons heeft gestolen
10. Are you sure this is the Inhuman you saw in the husk?
    Is dit de Inhuman die je zag in de schelp?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden