Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: hurken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehurkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hurk
jij hurkt
hij hurkt
wij hurken
jullie hurken
zij hurken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehurkt
jij hebt gehurkt
hij heeft gehurkt
wij hebben gehurkt
jullie hebben gehurkt
zij hebben gehurkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hurkte
jij hurkte
hij hurkte
wij hurkten
jullie hurkten
zij hurkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehurkt
jij had gehurkt
hij had gehurkt
wij hadden gehurkt
jullie hadden gehurkt
zij hadden gehurkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal hurken
jij zult hurken
hij zal hurken
wij zullen hurken
jullie zullen hurken
zij zullen hurken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehurkt hebben
jij zult gehurkt hebben
hij zal gehurkt hebben
wij zullen gehurkt hebben
jullie zullen gehurkt hebben
zij zullen gehurkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou hurken
jij zou hurken
hij zou hurken
wij zouden hurken
jullie zouden hurken
zij zouden hurken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehurkt hebben
jij zou gehurkt hebben
hij zou gehurkt hebben
wij zouden gehurkt hebben
jullie zouden gehurkt hebben
zij zouden gehurkt hebben

Gebiedende wijs
hurk

Aanvoegende wijs
hurke

Voorbeelden

  1. Hurk voor de almachtige Sphinx!
    Cower before the all-powerful Sphinx!
  2. Als je been moe wordt, dan hurk je gewoon even.
    If the leg starts getting weary, you just cop a squat.
  3. Ik laat geen hurk van hiernaast mij uit mijn plaats verdrijven.
    I 'm not gonna let some squatter from next door drive me out my place.
  4. Hurken, allemaal.
    Kneel, all of you.
  5. Ze lijken volgzaam, daar hurken.
    They seem docile, squatting there.
  6. Waar moet ik dan hurken?
    Where else am I supposed to crouch?
  7. Anthony, jij kunt op de hurken.
    Anthony. You can stay down there!
  8. En achter een struik of boom hurken.
    and go behind the bush or a tree.
  9. Niet leunen op de auto, niet hurken.
    No leaning on the car, no squatting down.
  10. Hurken zoals dat met allebei je armen uit?
    Crouch down like that with both arms out?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden