Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: huisvesten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehuisvest

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik huisvest
jij huisvest
hij huisvest
wij huisvesten
jullie huisvesten
zij huisvesten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehuisvest
jij hebt gehuisvest
hij heeft gehuisvest
wij hebben gehuisvest
jullie hebben gehuisvest
zij hebben gehuisvest

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik huisvestte
jij huisvestte
hij huisvestte
wij huisvestten
jullie huisvestten
zij huisvestten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehuisvest
jij had gehuisvest
hij had gehuisvest
wij hadden gehuisvest
jullie hadden gehuisvest
zij hadden gehuisvest

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal huisvesten
jij zult huisvesten
hij zal huisvesten
wij zullen huisvesten
jullie zullen huisvesten
zij zullen huisvesten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehuisvest hebben
jij zult gehuisvest hebben
hij zal gehuisvest hebben
wij zullen gehuisvest hebben
jullie zullen gehuisvest hebben
zij zullen gehuisvest hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou huisvesten
jij zou huisvesten
hij zou huisvesten
wij zouden huisvesten
jullie zouden huisvesten
zij zouden huisvesten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehuisvest hebben
jij zou gehuisvest hebben
hij zou gehuisvest hebben
wij zouden gehuisvest hebben
jullie zouden gehuisvest hebben
zij zouden gehuisvest hebben

Gebiedende wijs
huisvest

Aanvoegende wijs
huisveste

Voorbeelden

  1. Ze huisvest nog altijd studenten.
    Still taking in students.
  2. Het vliegtestcentrum huisvest de snelste school ter wereld:
    At the Flight Test Center is the fastest school in the world:
  3. We kregen een tip dat u illegalen huisvest.
    We received a report that you 're harboring illegal aliens.
  4. D - block huisvest wat van onze meest verharde overtreders.
    D-block houses some of our most hardened offenders.
  5. De Amazone huisvest een enorme ecologische machine van globale betekenis.
    The Amazon houses a gigantic ecological machine of global importance.
  6. Ik begrijp dat u nogal een gemeenschap hier in New Orleans huisvest.
    I understand you fostered quite a community here in New Orleans.
  7. Die huisvest de handopheffing die ons zal toestaan om de sluitruimte te ledigen.
    It houses the manual override which will allow us to drain the latch room.
  8. Wij huisvesten een voortvluchtige van De Ash.
    We are harbouring a fugitive- - from the Ash!
  9. Jij lijkt een hoop vijandelijkheid te huisvesten, jongen.
    You seem to be harboring a bit of hostility there, brother.
  10. Heb je genoeg voorzieningen om zoveel wezens te huisvesten?
    Do you have facilities large enough to house this many creatures?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden