Voorbeelden

1. An old hovel with cracks everywhere.
   Een oud krot dat op instorten staat.
2. We 're looking at a hovel!
   We kijken naar een krot!
3. Quiet evenings in your hovel, alone.
   Rustige avonden in je eigen hutje, fijn alleen.
4. You have just leveled your fleabag hovel.
   Je hebt net je miserabele leven neergehaald.
5. And living in a hovel like that.
   En leven in een krot als dat.
6. The entire hovel would fill with the most wonderful smell.
   Het hele krot vulde zich met een heerlijke geur.
7. When you 're born in a hovel, you like creature comforts.
   Als je uit een afgelegen gat komt, houd je van comfort.
8. Carry your son back to the hovel that has become his home.
   Draag je zoon terug naar de hut die z' n thuis is geworden.
9. I am attacked in my house, abducted, and brought to this hovel.
   Vriendin? Ik ben aangevallen in mijn huis, ontvoerd, en naar dit krot gebracht.
10. I 'm not gonna watch you shrivel away in that basement hovel, ok?
    Ik ga niet toekijken hoe je wegkwijnt in die kelder, oké?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden