Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: horen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehoord

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hoor
jij hoort
hij hoort
wij horen
jullie horen
zij horen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehoord
jij hebt gehoord
hij heeft gehoord
wij hebben gehoord
jullie hebben gehoord
zij hebben gehoord

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hoorde
jij hoorde
hij hoorde
wij hoorden
jullie hoorden
zij hoorden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehoord
jij had gehoord
hij had gehoord
wij hadden gehoord
jullie hadden gehoord
zij hadden gehoord

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal horen
jij zult horen
hij zal horen
wij zullen horen
jullie zullen horen
zij zullen horen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehoord hebben
jij zult gehoord hebben
hij zal gehoord hebben
wij zullen gehoord hebben
jullie zullen gehoord hebben
zij zullen gehoord hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou horen
jij zou horen
hij zou horen
wij zouden horen
jullie zouden horen
zij zouden horen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehoord hebben
jij zou gehoord hebben
hij zou gehoord hebben
wij zouden gehoord hebben
jullie zouden gehoord hebben
zij zouden gehoord hebben

Gebiedende wijs
hoor

Aanvoegende wijs
hore

Voorbeelden

  1. Hoor, hoor Proost!
    Hear, hear! Cheers!
  2. lk hoor jullie, hoor.
    I can hear you, you know?
  3. O nee, hoor. Nee, hoor.
    No, no, not at all, not at all.
  4. Ik hoor nog goed hoor.
    I can still hear.
  5. Ik hoor je niet, hoor.
    I can 't hear you, Virginie.
  6. Dan hoor ik wat ik wil horen.
    Then I hear what I want to.
  7. Hoor ik wat ik denk te horen?
    Am I hearing what I think I 'm hearing?
  8. Moet je horen, ik hoor wat anders.
    Listen, I hear otherwise.
  9. Hoor ons juichen, hoor ons roepen.
    Hear us cheer, hear us yell.
  10. Ik hoor angst, ik hoor twijfel.
    I hear fear. I hear doubt.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden