Voorbeelden

1. I 've got to hone him.
   Ik moet hem aanmoedigen.
2. Helping you to hone your Jedi powers.
   Je helpen je Jedi krachten aan te scherpen.
3. They hone in on unusual, irregular sounds.
   Ze gaan af op ongewone, onregelmatige geluiden.
4. Sam 's helping me hone my agent skills.
   Sam schaaft mijn vaardigheden bij.
5. When you 've worked hard to hone your strength.
   Als je hard werkt om je krachten te verdienen.
6. He 's always trying to hone in on my business.
   Hij wil mijn zaakjes inpikken.
7. How many times have I told you to hone your skills.
   Ik heb iedereen gezegd goed te trainen.
8. Hone this skill, because it 's something you 'll need perfected.
   Werk hier aan, want dat zullen jullie moeten perfectioneren.
9. And I love to hone it like a rough diamond until it sparkles.
   Ik bewerk het graag als een diamant totdat het schittert.
10. Less accurate, they can tell when your close by but they can 't hone in.
    Niet zo precies. Ze weten enkel wanneer ze dichtbij zijn.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden