Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: homeshoppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehomeshopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik homeshop
jij homeshopt
hij homeshopt
wij homeshoppen
jullie homeshoppen
zij homeshoppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehomeshopt
jij hebt gehomeshopt
hij heeft gehomeshopt
wij hebben gehomeshopt
jullie hebben gehomeshopt
zij hebben gehomeshopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik homeshoppte
jij homeshoppte
hij homeshoppte
wij homeshopten
jullie homeshopten
zij homeshopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehomeshopt
jij had gehomeshopt
hij had gehomeshopt
wij hadden gehomeshopt
jullie hadden gehomeshopt
zij hadden gehomeshopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal homeshoppen
jij zult homeshoppen
hij zal homeshoppen
wij zullen homeshoppen
jullie zullen homeshoppen
zij zullen homeshoppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehomeshopt hebben
jij zult gehomeshopt hebben
hij zal gehomeshopt hebben
wij zullen gehomeshopt hebben
jullie zullen gehomeshopt hebben
zij zullen gehomeshopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou homeshoppen
jij zou homeshoppen
hij zou homeshoppen
wij zouden homeshoppen
jullie zouden homeshoppen
zij zouden homeshoppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehomeshopt hebben
jij zou gehomeshopt hebben
hij zou gehomeshopt hebben
wij zouden gehomeshopt hebben
jullie zouden gehomeshopt hebben
zij zouden gehomeshopt hebben

Gebiedende wijs
homeshop

Aanvoegende wijs
homeshoppe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden