NL: highfiven U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gehighfived
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik highfive jij highfivet hij highfivet wij highfiven jullie highfiven zij highfiven
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gehighfived jij hebt gehighfived hij heeft gehighfived wij hebben gehighfived jullie hebben gehighfived zij hebben gehighfived
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik highfivede jij highfivede hij highfivede wij highfiveden jullie highfiveden zij highfiveden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gehighfived jij had gehighfived hij had gehighfived wij hadden gehighfived jullie hadden gehighfived zij hadden gehighfived
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal highfiven jij zult highfiven hij zal highfiven wij zullen highfiven jullie zullen highfiven zij zullen highfiven
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gehighfived hebben jij zult gehighfived hebben hij zal gehighfived hebben wij zullen gehighfived hebben jullie zullen gehighfived hebben zij zullen gehighfived hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou highfiven jij zou highfiven hij zou highfiven wij zouden highfiven jullie zouden highfiven zij zouden highfiven
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gehighfived hebben jij zou gehighfived hebben hij zou gehighfived hebben wij zouden gehighfived hebben jullie zouden gehighfived hebben zij zouden gehighfived hebben
|
| Gebiedende wijs |
highfive
|
| Aanvoegende wijs |
| highfive |