Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: herleven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
herleefd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik herleef
jij herleeft
hij herleeft
wij herleven
jullie herleven
zij herleven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb herleefd
jij hebt herleefd
hij heeft herleefd
wij hebben herleefd
jullie hebben herleefd
zij hebben herleefd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik herleefde
jij herleefde
hij herleefde
wij herleefden
jullie herleefden
zij herleefden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had herleefd
jij had herleefd
hij had herleefd
wij hadden herleefd
jullie hadden herleefd
zij hadden herleefd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal herleven
jij zult herleven
hij zal herleven
wij zullen herleven
jullie zullen herleven
zij zullen herleven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal herleefd hebben
jij zult herleefd hebben
hij zal herleefd hebben
wij zullen herleefd hebben
jullie zullen herleefd hebben
zij zullen herleefd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou herleven
jij zou herleven
hij zou herleven
wij zouden herleven
jullie zouden herleven
zij zouden herleven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou herleefd hebben
jij zou herleefd hebben
hij zou herleefd hebben
wij zouden herleefd hebben
jullie zouden herleefd hebben
zij zouden herleefd hebben

Gebiedende wijs
herleef

Aanvoegende wijs
herleve

Voorbeelden

  1. Ik herleef mijn overleving.
    I relive my survival.
  2. Ik herleef die momenten.
    I 'm--i 'm reliving moments.
  3. Herleef je je proefschrift glorie?
    You reliving your dissertation glory days?
  4. Ik herleef het in mijn slaap.
    I relive it in my sleep.
  5. Ik herleef dat gevoel in mijn meest duistere momenten.
    I relive that feeling in my darkest moments.
  6. Even, maar ik herleef dat moment keer op keer opnieuw.
    It was only for a moment, but I relive that moment over and over again in my mind.
  7. Oude tijden herleven.
    Just like old times.
  8. Oude tijden herleven?
    Old time 's sake?
  9. Het zal terug herleven.
    Things will pick up.
  10. Decker deed het herleven.
    Decker resurrected it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden