Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: herkiezen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
herkozen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik herkies
jij herkiest
hij herkiest
wij herkiezen
jullie herkiezen
zij herkiezen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb herkozen
jij hebt herkozen
hij heeft herkozen
wij hebben herkozen
jullie hebben herkozen
zij hebben herkozen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik herkoos
jij herkoos
hij herkoos
wij herkozen
jullie herkozen
zij herkozen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had herkozen
jij had herkozen
hij had herkozen
wij hadden herkozen
jullie hadden herkozen
zij hadden herkozen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal herkiezen
jij zult herkiezen
hij zal herkiezen
wij zullen herkiezen
jullie zullen herkiezen
zij zullen herkiezen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal herkozen hebben
jij zult herkozen hebben
hij zal herkozen hebben
wij zullen herkozen hebben
jullie zullen herkozen hebben
zij zullen herkozen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou herkiezen
jij zou herkiezen
hij zou herkiezen
wij zouden herkiezen
jullie zouden herkiezen
zij zouden herkiezen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou herkozen hebben
jij zou herkozen hebben
hij zou herkozen hebben
wij zouden herkozen hebben
jullie zouden herkozen hebben
zij zouden herkozen hebben

Gebiedende wijs
herkies

Aanvoegende wijs
herkieze

Voorbeelden

  1. Ik ga de mensen van deze stad een rede geven om me te herkiezen.
    I go the people of this city give a reason for me to redial.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden