1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. herd

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to herd    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
herding

Present simple (ott)
I herd
you herd
he herds
we herd
you herd
they herd

Present perfect (vtt)
I have herded
you have herded
he has herded
we have herded
you have herded
they have herded

Past Simple (ovt)
I herded
you herded
he herded
we herded
you herded
they herded

Past perfect (vvt)
I had herded
you had herded
he had herded
we had herded
you had herded
they had herded

Present future (ottt)
I will herd
you will herd
he will herd
we will herd
you will herd
they will herd

Present future perfect (vttt)
I will have herded
you will have herded
he will have herded
we will have herded
you will have herded
they will have herded

Past future (ovtt)
I would herd
you would herd
he would herd
we would herd
you would herd
they would herd

Past future perfect (vvtt)
I would have herded
you would have herded
he would have herded
we would have herded
you would have herded
they would have herded


Voorbeelden

  1. Classic herd mentality.
    Klassieke kuddementaliteit.
  2. Inseminating the herd.
    Ik bevrucht de kudde.
  3. Shepherds herd sheep.
    Herders leiden schapen.
  4. I know how to herd them, herd them good.
    Ik weet hoe ik ze pijn kan doen. En goed ook.
  5. Gus, get the herd.
    Gus, neem de kudde.
  6. Freakin' herd mentality, man.
    Een flinke massamenigte. Waar is Calvin?
  7. The Young Thundering Herd.
    De Young Hindering Herd.
  8. Nestrian is great herd.
    Nestrian is de grote kudde.
  9. They 're herd creatures.
    Het zijn kuddedieren.
  10. The herd is ours.
    De kudde is van ons.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try