Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: healen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geheald

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik heal
jij healt
hij healt
wij healen
jullie healen
zij healen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geheald
jij hebt geheald
hij heeft geheald
wij hebben geheald
jullie hebben geheald
zij hebben geheald

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik healde
jij healde
hij healde
wij healden
jullie healden
zij healden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geheald
jij had geheald
hij had geheald
wij hadden geheald
jullie hadden geheald
zij hadden geheald

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal healen
jij zult healen
hij zal healen
wij zullen healen
jullie zullen healen
zij zullen healen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geheald hebben
jij zult geheald hebben
hij zal geheald hebben
wij zullen geheald hebben
jullie zullen geheald hebben
zij zullen geheald hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou healen
jij zou healen
hij zou healen
wij zouden healen
jullie zouden healen
zij zouden healen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geheald hebben
jij zou geheald hebben
hij zou geheald hebben
wij zouden geheald hebben
jullie zouden geheald hebben
zij zouden geheald hebben

Gebiedende wijs
heal

Aanvoegende wijs
heale

Voorbeelden

  1. # Heal what has been hurt. #
    * Heal what has been hurt. *
  2. And know this day these deepened wounds don' t heal so fast.
    # And know this day these deepened wounds # # don 't heal so fast #
  3. Te laat voor healen
    Too late for healing

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden