NL: headhunten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geheadhunt
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik headhunt jij headhunt hij headhunt wij headhunten jullie headhunten zij headhunten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geheadhunt jij hebt geheadhunt hij heeft geheadhunt wij hebben geheadhunt jullie hebben geheadhunt zij hebben geheadhunt
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik headhuntte jij headhuntte hij headhuntte wij headhuntten jullie headhuntten zij headhuntten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geheadhunt jij had geheadhunt hij had geheadhunt wij hadden geheadhunt jullie hadden geheadhunt zij hadden geheadhunt
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal headhunten jij zult headhunten hij zal headhunten wij zullen headhunten jullie zullen headhunten zij zullen headhunten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geheadhunt hebben jij zult geheadhunt hebben hij zal geheadhunt hebben wij zullen geheadhunt hebben jullie zullen geheadhunt hebben zij zullen geheadhunt hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou headhunten jij zou headhunten hij zou headhunten wij zouden headhunten jullie zouden headhunten zij zouden headhunten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geheadhunt hebben jij zou geheadhunt hebben hij zou geheadhunt hebben wij zouden geheadhunt hebben jullie zouden geheadhunt hebben zij zouden geheadhunt hebben
|
Gebiedende wijs |
headhunt
|
Aanvoegende wijs |
headhunte |