Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: haten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehaat

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik haat
jij haat
hij haat
wij haten
jullie haten
zij haten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehaat
jij hebt gehaat
hij heeft gehaat
wij hebben gehaat
jullie hebben gehaat
zij hebben gehaat

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik haatte
jij haatte
hij haatte
wij haatten
jullie haatten
zij haatten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehaat
jij had gehaat
hij had gehaat
wij hadden gehaat
jullie hadden gehaat
zij hadden gehaat

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal haten
jij zult haten
hij zal haten
wij zullen haten
jullie zullen haten
zij zullen haten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehaat hebben
jij zult gehaat hebben
hij zal gehaat hebben
wij zullen gehaat hebben
jullie zullen gehaat hebben
zij zullen gehaat hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou haten
jij zou haten
hij zou haten
wij zouden haten
jullie zouden haten
zij zouden haten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehaat hebben
jij zou gehaat hebben
hij zou gehaat hebben
wij zouden gehaat hebben
jullie zouden gehaat hebben
zij zouden gehaat hebben

Gebiedende wijs
haat

Aanvoegende wijs
hate

Voorbeelden

  1. Haat, haat, haat haar!
    Hate, hate, hate her!
  2. zelf-haat, zelf-haat, zelf-haat!
    Self-hate, self-hate, self-hate!
  3. I haat hem, haat hem, haat hem!
    I hate him, hate him, hate him!
  4. Ik haat Halloween, I haat Halloweenkostuums, en ik haat Halloweenfeestjes.
    I hate Halloween, I hate Halloween costumes, and I hate Halloween parties.
  5. je haat scrapboeken maken, je haat handwerk, je haat knutselen.
    you hate scrapbooking, you hate crafts, you hate crafting.
  6. Ik haat ze. Je haat ze niet. Je haat jezelf.
    I hate them.you don 't hate them.You hate you.
  7. Scar haat jullie net zoveel als jullie hem haten.
    Scar hates you every bit as much as you hate him.
  8. Ik haat je, ik haat je.
    I hate you. I hate...
  9. Ik haat ze, ik haat ze
    I hate' em, I hate' em.
  10. Ik haat aardrijkskunde, ik haat kaarten.
    I hate geography class. I hate maps.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden