Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: harpoeneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geharpoeneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik harpoeneer
jij harpoeneert
hij harpoeneert
wij harpoeneren
jullie harpoeneren
zij harpoeneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geharpoeneerd
jij hebt geharpoeneerd
hij heeft geharpoeneerd
wij hebben geharpoeneerd
jullie hebben geharpoeneerd
zij hebben geharpoeneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik harpoeneerde
jij harpoeneerde
hij harpoeneerde
wij harpoeneerden
jullie harpoeneerden
zij harpoeneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geharpoeneerd
jij had geharpoeneerd
hij had geharpoeneerd
wij hadden geharpoeneerd
jullie hadden geharpoeneerd
zij hadden geharpoeneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal harpoeneren
jij zult harpoeneren
hij zal harpoeneren
wij zullen harpoeneren
jullie zullen harpoeneren
zij zullen harpoeneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geharpoeneerd hebben
jij zult geharpoeneerd hebben
hij zal geharpoeneerd hebben
wij zullen geharpoeneerd hebben
jullie zullen geharpoeneerd hebben
zij zullen geharpoeneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou harpoeneren
jij zou harpoeneren
hij zou harpoeneren
wij zouden harpoeneren
jullie zouden harpoeneren
zij zouden harpoeneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geharpoeneerd hebben
jij zou geharpoeneerd hebben
hij zou geharpoeneerd hebben
wij zouden geharpoeneerd hebben
jullie zouden geharpoeneerd hebben
zij zouden geharpoeneerd hebben

Gebiedende wijs
harpoeneer

Aanvoegende wijs
harpoenere

Voorbeelden

  1. Door het hoofd harpoeneren?
    Harpoon him through the head?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden