Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to harden
NL: harden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehard

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hard
jij hardt
hij hardt
wij harden
jullie harden
zij harden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehard
jij hebt gehard
hij heeft gehard
wij hebben gehard
jullie hebben gehard
zij hebben gehard

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hardde
jij hardde
hij hardde
wij hardden
jullie hardden
zij hardden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehard
jij had gehard
hij had gehard
wij hadden gehard
jullie hadden gehard
zij hadden gehard

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal harden
jij zult harden
hij zal harden
wij zullen harden
jullie zullen harden
zij zullen harden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehard hebben
jij zult gehard hebben
hij zal gehard hebben
wij zullen gehard hebben
jullie zullen gehard hebben
zij zullen gehard hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou harden
jij zou harden
hij zou harden
wij zouden harden
jullie zouden harden
zij zouden harden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehard hebben
jij zou gehard hebben
hij zou gehard hebben
wij zouden gehard hebben
jullie zouden gehard hebben
zij zouden gehard hebben

Gebiedende wijs
hard

Aanvoegende wijs
harde

Voorbeelden

  1. Hard knijpen, Hard knijpen, Hard knijpen voor...
    Big squeeze, big squeeze, big squeeze for...
  2. En hard tegen hard.
    And one hell of a fight.
  3. Hard rijden, hard rijden.
    Push very hard, pushed very hard.
  4. hard
    sclerous
  5. hard
    scleroid
  6. Het is hard, zeer hard!
    It 's hard, very hard!
  7. Werk hard, speel het hard.
    Work hard, play hard.
  8. We vochten hard, we speelden hard.
    We fought hard, we played hard.
  9. Zacht naar hard, zacht naar hard.
    Soft to hard. Soft to hard.
  10. En Bree speelde hard tegen hard,
    And Bree played hard ball.


EN: to harden    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
hardening

Present simple (ott)
I harden
you harden
he hardens
we harden
you harden
they harden

Present perfect (vtt)
I have hardened
you have hardened
he has hardened
we have hardened
you have hardened
they have hardened

Past Simple (ovt)
I hardened
you hardened
he hardened
we hardened
you hardened
they hardened

Past perfect (vvt)
I had hardened
you had hardened
he had hardened
we had hardened
you had hardened
they had hardened

Present future (ottt)
I will harden
you will harden
he will harden
we will harden
you will harden
they will harden

Present future perfect (vttt)
I will have hardened
you will have hardened
he will have hardened
we will have hardened
you will have hardened
they will have hardened

Past future (ovtt)
I would harden
you would harden
he would harden
we would harden
you would harden
they would harden

Past future perfect (vvtt)
I would have hardened
you would have hardened
he would have hardened
we would have hardened
you would have hardened
they would have hardened


Voorbeelden

  1. harden
    verharden
  2. Harden up two points!
    Twee punten aanhalen.
  3. Harden your knives here.
    Maak je messen harder.
  4. Each unit will harden its resolve
    Elke eenheid zal zijn verplichting waarmaken.
  5. And then harden your heart against her.
    En ban haar vervolgens uit je hart.
  6. Some say hatred can harden the heart.
    Haat kan het hart verharden.
  7. I don 't think there is a Gerri Harden.
    Ik denk niet dat Gerri Harden bestaat.
  8. Harden Teflon plates over titanium weaved vibres, for flexibility.
    Geharde Cavlar platen over titaniumvezels, voor de flexibiliteit.
  9. But using magic like this, will only harden his heart.
    Maar magie op deze manier gebruiken, zal hem alleen maar vastberadener maken.
  10. But it 's gonna harden his support on the left.
    Maar het zal z' n linkse kiezers fanatieker maken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden