Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: hameren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehamerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hamer
jij hamert
hij hamert
wij hameren
jullie hameren
zij hameren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehamerd
jij hebt gehamerd
hij heeft gehamerd
wij hebben gehamerd
jullie hebben gehamerd
zij hebben gehamerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hamerde
jij hamerde
hij hamerde
wij hamerden
jullie hamerden
zij hamerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehamerd
jij had gehamerd
hij had gehamerd
wij hadden gehamerd
jullie hadden gehamerd
zij hadden gehamerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal hameren
jij zult hameren
hij zal hameren
wij zullen hameren
jullie zullen hameren
zij zullen hameren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehamerd hebben
jij zult gehamerd hebben
hij zal gehamerd hebben
wij zullen gehamerd hebben
jullie zullen gehamerd hebben
zij zullen gehamerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou hameren
jij zou hameren
hij zou hameren
wij zouden hameren
jullie zouden hameren
zij zouden hameren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehamerd hebben
jij zou gehamerd hebben
hij zou gehamerd hebben
wij zouden gehamerd hebben
jullie zouden gehamerd hebben
zij zouden gehamerd hebben

Gebiedende wijs
hamer

Aanvoegende wijs
hamere

Voorbeelden

  1. Pak de hamer, zwaai de hamer.
    Pick up hammer, swing that hammer.
  2. Bloederige hamer.
    bloody sledgehammer.
  3. Jeetje, een hamer.
    Dear me. A mallet.
  4. Die hamer, decaan.
    Pound that gavel, Dean.
  5. zware houten hamer
    maul hammer
  6. Zaklampen, staken, hamer.
    Flashlight, stakes, hammer.
  7. Hout en een hamer.
    Logs and a hammer.
  8. Gooi de hamer weg.
    Throw down the hammer.
  9. Het is Thors hamer.
    It 's Thor 's hammer.
  10. Je gaat verliezen, Hamer.
    You 're going to lose, Hammer.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden