Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: halsteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gehalsterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik halster
jij halstert
hij halstert
wij halsteren
jullie halsteren
zij halsteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gehalsterd
jij hebt gehalsterd
hij heeft gehalsterd
wij hebben gehalsterd
jullie hebben gehalsterd
zij hebben gehalsterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik halsterde
jij halsterde
hij halsterde
wij halsterden
jullie halsterden
zij halsterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gehalsterd
jij had gehalsterd
hij had gehalsterd
wij hadden gehalsterd
jullie hadden gehalsterd
zij hadden gehalsterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal halsteren
jij zult halsteren
hij zal halsteren
wij zullen halsteren
jullie zullen halsteren
zij zullen halsteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gehalsterd hebben
jij zult gehalsterd hebben
hij zal gehalsterd hebben
wij zullen gehalsterd hebben
jullie zullen gehalsterd hebben
zij zullen gehalsterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou halsteren
jij zou halsteren
hij zou halsteren
wij zouden halsteren
jullie zouden halsteren
zij zouden halsteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gehalsterd hebben
jij zou gehalsterd hebben
hij zou gehalsterd hebben
wij zouden gehalsterd hebben
jullie zouden gehalsterd hebben
zij zouden gehalsterd hebben

Gebiedende wijs
halster

Aanvoegende wijs
halstere

Voorbeelden

  1. Halster en tuigage
    * Halter bits and harnesses *
  2. Doe het halster om, cowboy.
    Just holster it. Cowboy.
  3. Of zelfs korter zoals een halster?
    Or even shorter like a halter?
  4. Waar is mijn hoofdstel en halster?
    Where is my bridle and halter?
  5. Er is iets met dat halster.
    Something wrong with that harness.
  6. Vroeger of later aanvaardt zelfs het wildste paard de halster.
    Sooner or later even the wildest horse accepts the halter.
  7. Zodra hij een veulen gevangen heeft, moet zijn nicht Tungaa het halsteren.
    Once he 's caught a foal, his cousin Tungaa must get a halter on before it escapes.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden