Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: grunten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegrunt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik grunt
jij grunt
hij grunt
wij grunten
jullie grunten
zij grunten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegrunt
jij hebt gegrunt
hij heeft gegrunt
wij hebben gegrunt
jullie hebben gegrunt
zij hebben gegrunt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gruntte
jij gruntte
hij gruntte
wij gruntten
jullie gruntten
zij gruntten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegrunt
jij had gegrunt
hij had gegrunt
wij hadden gegrunt
jullie hadden gegrunt
zij hadden gegrunt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal grunten
jij zult grunten
hij zal grunten
wij zullen grunten
jullie zullen grunten
zij zullen grunten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegrunt hebben
jij zult gegrunt hebben
hij zal gegrunt hebben
wij zullen gegrunt hebben
jullie zullen gegrunt hebben
zij zullen gegrunt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou grunten
jij zou grunten
hij zou grunten
wij zouden grunten
jullie zouden grunten
zij zouden grunten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegrunt hebben
jij zou gegrunt hebben
hij zou gegrunt hebben
wij zouden gegrunt hebben
jullie zouden gegrunt hebben
zij zouden gegrunt hebben

Gebiedende wijs
grunt

Aanvoegende wijs
grunte

Voorbeelden

  1. ( Swish en grunt )
    ( swish and a grunt )
  2. [ Loud Grunt ] Dat klopt.
    [ Loud Grunt ] That 's right.
  3. [ Nabootsen grunt een wild dier ]
    [ Mimicking a wild animal 's grunt ]
  4. Grunt, dé Parc en Munro.
    Grunt, the Parc and Munro.
  5. Nu krijg ik sergeant Grunt.
    I get Sergeant Grunt.
  6. Deze man geeft je eten, Grunt.
    This is the man that feeds you, Grunt.
  7. Je weet wel, geen grunt work- - geen vegen de vloeren, geen opruimen van de shitter.
    You know, no grunt work- - no sweeping the floors, no cleaning up the shitter.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden