Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: grossieren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegrossierd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik grossier
jij grossiert
hij grossiert
wij grossieren
jullie grossieren
zij grossieren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegrossierd
jij hebt gegrossierd
hij heeft gegrossierd
wij hebben gegrossierd
jullie hebben gegrossierd
zij hebben gegrossierd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik grossierde
jij grossierde
hij grossierde
wij grossierden
jullie grossierden
zij grossierden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegrossierd
jij had gegrossierd
hij had gegrossierd
wij hadden gegrossierd
jullie hadden gegrossierd
zij hadden gegrossierd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal grossieren
jij zult grossieren
hij zal grossieren
wij zullen grossieren
jullie zullen grossieren
zij zullen grossieren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegrossierd hebben
jij zult gegrossierd hebben
hij zal gegrossierd hebben
wij zullen gegrossierd hebben
jullie zullen gegrossierd hebben
zij zullen gegrossierd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou grossieren
jij zou grossieren
hij zou grossieren
wij zouden grossieren
jullie zouden grossieren
zij zouden grossieren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegrossierd hebben
jij zou gegrossierd hebben
hij zou gegrossierd hebben
wij zouden gegrossierd hebben
jullie zouden gegrossierd hebben
zij zouden gegrossierd hebben

Gebiedende wijs
grossier

Aanvoegende wijs
grossiere

Voorbeelden

  1. Tifa grossier
    Joinery merchant

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden