Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: grinten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegrint

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik grint
jij grint
hij grint
wij grinten
jullie grinten
zij grinten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegrint
jij hebt gegrint
hij heeft gegrint
wij hebben gegrint
jullie hebben gegrint
zij hebben gegrint

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik grintte
jij grintte
hij grintte
wij grintten
jullie grintten
zij grintten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegrint
jij had gegrint
hij had gegrint
wij hadden gegrint
jullie hadden gegrint
zij hadden gegrint

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal grinten
jij zult grinten
hij zal grinten
wij zullen grinten
jullie zullen grinten
zij zullen grinten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegrint hebben
jij zult gegrint hebben
hij zal gegrint hebben
wij zullen gegrint hebben
jullie zullen gegrint hebben
zij zullen gegrint hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou grinten
jij zou grinten
hij zou grinten
wij zouden grinten
jullie zouden grinten
zij zouden grinten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegrint hebben
jij zou gegrint hebben
hij zou gegrint hebben
wij zouden gegrint hebben
jullie zouden gegrint hebben
zij zouden gegrint hebben

Gebiedende wijs
grint

Aanvoegende wijs
grinte

Voorbeelden

  1. Volgende week hebben we Rupert Grint uit de Harry Potter-films.
    Next week we have Rupert Grint from the Harry Potter movies.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden