Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: grenzen
NL: grenzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegrensd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik grens
jij grenst
hij grenst
wij grenzen
jullie grenzen
zij grenzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegrensd
jij hebt gegrensd
hij heeft gegrensd
wij hebben gegrensd
jullie hebben gegrensd
zij hebben gegrensd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik grensde
jij grensde
hij grensde
wij grensden
jullie grensden
zij grensden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegrensd
jij had gegrensd
hij had gegrensd
wij hadden gegrensd
jullie hadden gegrensd
zij hadden gegrensd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal grenzen
jij zult grenzen
hij zal grenzen
wij zullen grenzen
jullie zullen grenzen
zij zullen grenzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegrensd hebben
jij zult gegrensd hebben
hij zal gegrensd hebben
wij zullen gegrensd hebben
jullie zullen gegrensd hebben
zij zullen gegrensd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou grenzen
jij zou grenzen
hij zou grenzen
wij zouden grenzen
jullie zouden grenzen
zij zouden grenzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegrensd hebben
jij zou gegrensd hebben
hij zou gegrensd hebben
wij zouden gegrensd hebben
jullie zouden gegrensd hebben
zij zouden gegrensd hebben

Gebiedende wijs
grens

Aanvoegende wijs
grenze

Voorbeelden

  1. Van grens tot grens...
    And border-to-border...
  2. grens
    boundary
  3. grens karstgebied
    karst border/margin plain
  4. Het is een onuitgesproken grens, een onbekende grens.
    It 's an unspoken boundary, an unknown boundary.
  5. De laatste grens.
    The last great frontier.
  6. Fluctuatie grens, check.
    Fluctuation tolerance, check.
  7. Detroit-Windsor grens.
    Detroit / Windsor border?
  8. Voorbij de grens.
    Along that border.
  9. Nieuwe grens vader.
    New frontier father.
  10. De laatste grens.
    The ultimate boundary.


DE: grenzen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
gegrenzt
grenzend

Indikativ Präsens
ich grenze
du grenzt
er grenzt
wir grenzen
ihr grenzt
sie; Sie grenzen

Indikativ Perfekt
ich habe gegrenzt
du hast gegrenzt
er hat gegrenzt
wir haben gegrenzt
ihr habt gegrenzt
sie; Sie haben gegrenzt

Indikativ Präteritum
ich grenzte
du grenztest
er grenzte
wir grenzten
ihr grenztet
sie; Sie grenzten

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte gegrenzt
du hattest gegrenzt
er hatte gegrenzt
wir hatten gegrenzt
ihr hattet gegrenzt
sie; Sie hatten gegrenzt

Indikativ Futur I
ich werde grenzen
du wirst grenzen
er wird grenzen
wir werden grenzen
ihr werdet grenzen
sie; Sie werden grenzen

Indikativ Futur II
ich werde gegrenzt haben
du wirst gegrenzt haben
er wird gegrenzt haben
wir werden gegrenzt haben
ihr werdet gegrenzt haben
sie; Sie werden gegrenzt haben

Konjunktiv I Präsens
ich grenze
du grenzest
er grenze
wir grenzen
ihr grenzet
sie; Sie grenzen

Konjunktiv I Perfekt
ich habe gegrenzt
du habest gegrenzt
er habe gegrenzt
wir haben gegrenzt
ihr habet gegrenzt
sie; Sie haben gegrenzt

Konjunktiv II Präsens
ich grenzte
du grenztest
er grenzte
wir grenzten
ihr grenztet
sie; Sie grenzten

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte gegrenzt
du hättest gegrenzt
er hätte gegrenzt
wir hätten gegrenzt
ihr hättet gegrenzt
sie; Sie hätten gegrenzt

Konjunktiv II Futur I
ich würde grenzen
du würdest grenzen
er würde grenzen
wir würden grenzen
ihr würdet grenzen
sie; Sie würden grenzen

Konjunktiv II Futur II
ich würde gegrenzt sein
du würdest gegrenzt haben
er würde gegrenzt haben
wir würden gegrenzt haben
ihr würdet gegrenzt haben
sie; Sie würden gegrenzt haben

der Imperativ
du grenze


Voorbeelden

  1. Noch vor der Grenz - und Zollkontrolle.
    Voor je over de grens en langs de douane gaat.
  2. Je Wahnsinniger Sie werden, desto stärker werden Sie, und es gibt keine Grenz Ihrer Wut.
    Hoe kwader je wordt, hoe sterker je bent, en er staat geen limiet op je woede.
  3. Die Grenzen verschwimmen.
    Grenzen vervagen.
  4. Mangel privater Grenzen...
    Vage persoonlijke grenzen...
  5. Es gibt Grenzen...
    Er zijn grenzen...
  6. Außerhalb aller Grenzen? !
    Ik ga mijn boekje te buiten?
  7. Ich respektiere Grenzen.
    Ik respecteer grenzen.
  8. Ärzte ohne Grenzen
    Artsen Zonder Grenzen.
  9. Was für Grenzen?
    Wat voor grenzen?
  10. Ärzte ohne Grenzen.
    Artsen Zonder Grenzen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden