NL: greenwashen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gegreenwasht
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik greenwash jij greenwasht hij greenwasht wij greenwashen jullie greenwashen zij greenwashen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gegreenwasht jij hebt gegreenwasht hij heeft gegreenwasht wij hebben gegreenwasht jullie hebben gegreenwasht zij hebben gegreenwasht
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik greenwashte jij greenwashte hij greenwashte wij greenwashten jullie greenwashten zij greenwashten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gegreenwasht jij had gegreenwasht hij had gegreenwasht wij hadden gegreenwasht jullie hadden gegreenwasht zij hadden gegreenwasht
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal greenwashen jij zult greenwashen hij zal greenwashen wij zullen greenwashen jullie zullen greenwashen zij zullen greenwashen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gegreenwasht hebben jij zult gegreenwasht hebben hij zal gegreenwasht hebben wij zullen gegreenwasht hebben jullie zullen gegreenwasht hebben zij zullen gegreenwasht hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou greenwashen jij zou greenwashen hij zou greenwashen wij zouden greenwashen jullie zouden greenwashen zij zouden greenwashen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gegreenwasht hebben jij zou gegreenwasht hebben hij zou gegreenwasht hebben wij zouden gegreenwasht hebben jullie zouden gegreenwasht hebben zij zouden gegreenwasht hebben
|
| Gebiedende wijs |
greenwash
|
| Aanvoegende wijs |
| greenwashe |