Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gradueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegradueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gradueer
jij gradueert
hij gradueert
wij gradueren
jullie gradueren
zij gradueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegradueerd
jij hebt gegradueerd
hij heeft gegradueerd
wij hebben gegradueerd
jullie hebben gegradueerd
zij hebben gegradueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gradueerde
jij gradueerde
hij gradueerde
wij gradueerden
jullie gradueerden
zij gradueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegradueerd
jij had gegradueerd
hij had gegradueerd
wij hadden gegradueerd
jullie hadden gegradueerd
zij hadden gegradueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gradueren
jij zult gradueren
hij zal gradueren
wij zullen gradueren
jullie zullen gradueren
zij zullen gradueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegradueerd hebben
jij zult gegradueerd hebben
hij zal gegradueerd hebben
wij zullen gegradueerd hebben
jullie zullen gegradueerd hebben
zij zullen gegradueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gradueren
jij zou gradueren
hij zou gradueren
wij zouden gradueren
jullie zouden gradueren
zij zouden gradueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegradueerd hebben
jij zou gegradueerd hebben
hij zou gegradueerd hebben
wij zouden gegradueerd hebben
jullie zouden gegradueerd hebben
zij zouden gegradueerd hebben

Gebiedende wijs
gradueer

Aanvoegende wijs
graduere

Voorbeelden

  1. Ik probeer enkel te gradueren.
    I 'm just trying to graduate.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden