Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: graaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegraaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik graai
jij graait
hij graait
wij graaien
jullie graaien
zij graaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegraaid
jij hebt gegraaid
hij heeft gegraaid
wij hebben gegraaid
jullie hebben gegraaid
zij hebben gegraaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik graaide
jij graaide
hij graaide
wij graaiden
jullie graaiden
zij graaiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegraaid
jij had gegraaid
hij had gegraaid
wij hadden gegraaid
jullie hadden gegraaid
zij hadden gegraaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal graaien
jij zult graaien
hij zal graaien
wij zullen graaien
jullie zullen graaien
zij zullen graaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegraaid hebben
jij zult gegraaid hebben
hij zal gegraaid hebben
wij zullen gegraaid hebben
jullie zullen gegraaid hebben
zij zullen gegraaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou graaien
jij zou graaien
hij zou graaien
wij zouden graaien
jullie zouden graaien
zij zouden graaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegraaid hebben
jij zou gegraaid hebben
hij zou gegraaid hebben
wij zouden gegraaid hebben
jullie zouden gegraaid hebben
zij zouden gegraaid hebben

Gebiedende wijs
graai

Aanvoegende wijs
graaie

Voorbeelden

  1. Graai en bijt voor een plaats.
    That 's it! Claw and bite for position!
  2. Nog beter, graai je lef bij elkaar en help met Lucifer.
    Better yet, why don 't you sack up and help us take down Lucifer?
  3. Het zit ergens in een zak op mij te wachten totdat ik erin graai.
    It 's in a bag somewhere just waiting for me to tap into it.
  4. Dus dat was iemand anders die dat halfbakken pak en graai ding deed gisteren?
    So it was someone else who ran that half-assed snatch-and-grab yesterday?
  5. Niet meteen graaien.
    You don 't just go groping away.
  6. Politici die graaien.
    Politicians who grab.
  7. mijn scooter graaien...
    grab my scooter...
  8. Niet zo graaien en klauwen.
    Do not swarm and claw so.
  9. Niet graaien en ervan genieten.
    Take it easy and enjoy them.
  10. In afval graaien is leuk.
    That going through garbage is interesting.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden