Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to gospel    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
gospeling

Present simple (ott)
I gospel
you gospel
he gospels
we gospel
you gospel
they gospel

Present perfect (vtt)
I have gospeled
you have gospeled
he has gospeled
we have gospeled
you have gospeled
they have gospeled

Past Simple (ovt)
I gospeled
you gospeled
he gospeled
we gospeled
you gospeled
they gospeled

Past perfect (vvt)
I had gospeled
you had gospeled
he had gospeled
we had gospeled
you had gospeled
they had gospeled

Present future (ottt)
I will gospel
you will gospel
he will gospel
we will gospel
you will gospel
they will gospel

Present future perfect (vttt)
I will have gospeled
you will have gospeled
he will have gospeled
we will have gospeled
you will have gospeled
they will have gospeled

Past future (ovtt)
I would gospel
you would gospel
he would gospel
we would gospel
you would gospel
they would gospel

Past future perfect (vvtt)
I would have gospeled
you would have gospeled
he would have gospeled
we would have gospeled
you would have gospeled
they would have gospeled


Voorbeelden

  1. It 's the gospel.
    Dat is het evangelie.
  2. Put on the gospel armor
    Trek uw christelijk harnas aan
  3. And this gospel is truth.
    En dit evangelie is de waarheid.
  4. This is the Gospel Hour.
    Dit is het Gospeluur.
  5. The Gospel According to James.
    Het Evangelie volgens James.
  6. The Gospel according to Luke.
    Het evangelie volgens Lucas.
  7. The gospel of the lord.
    Het evangelie van de Heer.
  8. They 're all singing gospel.
    Ze gingen allemaal gospel.
  9. And be faithful to the Gospel.
    En wees trouw aan het Evangelie.
  10. They are the Memory Gospel Dancers.
    Zij zijn Memory Gospel Dansers.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden