Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gonzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegonsd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gons
jij gonst
hij gonst
wij gonzen
jullie gonzen
zij gonzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegonsd
jij hebt gegonsd
hij heeft gegonsd
wij hebben gegonsd
jullie hebben gegonsd
zij hebben gegonsd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gonsde
jij gonsde
hij gonsde
wij gonsden
jullie gonsden
zij gonsden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegonsd
jij had gegonsd
hij had gegonsd
wij hadden gegonsd
jullie hadden gegonsd
zij hadden gegonsd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gonzen
jij zult gonzen
hij zal gonzen
wij zullen gonzen
jullie zullen gonzen
zij zullen gonzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegonsd hebben
jij zult gegonsd hebben
hij zal gegonsd hebben
wij zullen gegonsd hebben
jullie zullen gegonsd hebben
zij zullen gegonsd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gonzen
jij zou gonzen
hij zou gonzen
wij zouden gonzen
jullie zouden gonzen
zij zouden gonzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegonsd hebben
jij zou gegonsd hebben
hij zou gegonsd hebben
wij zouden gegonsd hebben
jullie zouden gegonsd hebben
zij zouden gegonsd hebben

Gebiedende wijs
gons

Aanvoegende wijs
gonze

Voorbeelden

  1. Ziek, mijn oren gonzen.
    Sick, my ears are ringing.
  2. Het blijft de hele nacht gonzen, huh?
    Kept you buzzing around all night, huh?
  3. Het moet gonzen over het hele Interlink.
    This message must resound throughout the entire InterLink!
  4. Er gonzen zoveel onwaarheden door dit park, Brigadier.
    Meaning? So many untruths whizzing about this camp, Sergeant.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden