Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gniffelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegniffeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gniffel
jij gniffelt
hij gniffelt
wij gniffelen
jullie gniffelen
zij gniffelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegniffeld
jij hebt gegniffeld
hij heeft gegniffeld
wij hebben gegniffeld
jullie hebben gegniffeld
zij hebben gegniffeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gniffelde
jij gniffelde
hij gniffelde
wij gniffelden
jullie gniffelden
zij gniffelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegniffeld
jij had gegniffeld
hij had gegniffeld
wij hadden gegniffeld
jullie hadden gegniffeld
zij hadden gegniffeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gniffelen
jij zult gniffelen
hij zal gniffelen
wij zullen gniffelen
jullie zullen gniffelen
zij zullen gniffelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegniffeld hebben
jij zult gegniffeld hebben
hij zal gegniffeld hebben
wij zullen gegniffeld hebben
jullie zullen gegniffeld hebben
zij zullen gegniffeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gniffelen
jij zou gniffelen
hij zou gniffelen
wij zouden gniffelen
jullie zouden gniffelen
zij zouden gniffelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegniffeld hebben
jij zou gegniffeld hebben
hij zou gegniffeld hebben
wij zouden gegniffeld hebben
jullie zouden gegniffeld hebben
zij zouden gegniffeld hebben

Gebiedende wijs
gniffel

Aanvoegende wijs
gniffele

Voorbeelden

  1. Jack en Peter: ( gniffel )
    Jack and Peter: ( Chuckle )
  2. Je vraagt je vast af waarom ik gniffel.
    You 're probably wondering what I 'm smirking at.
  3. Ze begint te gniffelen.
    She starts snickering.
  4. Ik wil hem niet horen gniffelen.
    I don 't wanna have to hear him crowing.
  5. Wat loop jij te gniffelen, Gray?
    What are you grinning about, Gray?
  6. Tot ik een paar jongens zag gniffelen.
    Till I saw a few of the boys sniggering.
  7. Ik kan het zien gniffelen achter de ogen.
    I can see you sniggering behind his eyes.
  8. Geen fan van het gniffelen, dus ik slik het zwaard in en stel je een snelle vraag.
    Not a fan of the gloating, so I 'm gonna eat the sword and ask you a quick question.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden