Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: glossen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geglosst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gloss
jij glosst
hij glosst
wij glossen
jullie glossen
zij glossen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geglosst
jij hebt geglosst
hij heeft geglosst
wij hebben geglosst
jullie hebben geglosst
zij hebben geglosst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik glosste
jij glosste
hij glosste
wij glossten
jullie glossten
zij glossten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geglosst
jij had geglosst
hij had geglosst
wij hadden geglosst
jullie hadden geglosst
zij hadden geglosst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal glossen
jij zult glossen
hij zal glossen
wij zullen glossen
jullie zullen glossen
zij zullen glossen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geglosst hebben
jij zult geglosst hebben
hij zal geglosst hebben
wij zullen geglosst hebben
jullie zullen geglosst hebben
zij zullen geglosst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou glossen
jij zou glossen
hij zou glossen
wij zouden glossen
jullie zouden glossen
zij zouden glossen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geglosst hebben
jij zou geglosst hebben
hij zou geglosst hebben
wij zouden geglosst hebben
jullie zouden geglosst hebben
zij zouden geglosst hebben

Gebiedende wijs
gloss

Aanvoegende wijs
glosse

Voorbeelden

  1. Mondula, tijdschrift Gloss.
    Mondula, Gloss magazine.
  2. Welkom bij Gloss mobile.
    Welcome to gloss mobile.
  3. Mijn Chanel lip gloss.
    My Chanel lip gloss.
  4. Heb je lip gloss?
    You got any lip gloss?
  5. Ahorn-siroop lip-gloss.
    Maple syrup lip gloss.
  6. Heeft iemand de nieuwe Gloss gezien?
    Has anyone seen my new Gloss magazine?
  7. Toen jij uw lip gloss aandeed.
    When you were putting on your lip gloss.
  8. Oké, dan doe ik je gloss.
    Okay, and then I 'll just do your gloss.
  9. Je lip gloss proeft als root beer.
    Your lip gloss tastes like root beer.
  10. Hé jongens, ik heb lip gloss op.
    Hey, you guys! I 'm wearing lip gloss.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden