Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: glooien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geglooid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik glooi
jij glooit
hij glooit
wij glooien
jullie glooien
zij glooien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geglooid
jij hebt geglooid
hij heeft geglooid
wij hebben geglooid
jullie hebben geglooid
zij hebben geglooid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik glooide
jij glooide
hij glooide
wij glooiden
jullie glooiden
zij glooiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geglooid
jij had geglooid
hij had geglooid
wij hadden geglooid
jullie hadden geglooid
zij hadden geglooid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal glooien
jij zult glooien
hij zal glooien
wij zullen glooien
jullie zullen glooien
zij zullen glooien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geglooid hebben
jij zult geglooid hebben
hij zal geglooid hebben
wij zullen geglooid hebben
jullie zullen geglooid hebben
zij zullen geglooid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou glooien
jij zou glooien
hij zou glooien
wij zouden glooien
jullie zouden glooien
zij zouden glooien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geglooid hebben
jij zou geglooid hebben
hij zou geglooid hebben
wij zouden geglooid hebben
jullie zouden geglooid hebben
zij zouden geglooid hebben

Gebiedende wijs
glooi

Aanvoegende wijs
glooie

Voorbeelden

  1. Aan de kant, Bessie, of ik glooi jullie huiden ter plekke.
    Move it, Bessie, or I 'll tan your hides right here.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden