Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: glazuren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geglazuurd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik glazuur
jij glazuurt
hij glazuurt
wij glazuren
jullie glazuren
zij glazuren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geglazuurd
jij hebt geglazuurd
hij heeft geglazuurd
wij hebben geglazuurd
jullie hebben geglazuurd
zij hebben geglazuurd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik glazuurde
jij glazuurde
hij glazuurde
wij glazuurden
jullie glazuurden
zij glazuurden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geglazuurd
jij had geglazuurd
hij had geglazuurd
wij hadden geglazuurd
jullie hadden geglazuurd
zij hadden geglazuurd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal glazuren
jij zult glazuren
hij zal glazuren
wij zullen glazuren
jullie zullen glazuren
zij zullen glazuren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geglazuurd hebben
jij zult geglazuurd hebben
hij zal geglazuurd hebben
wij zullen geglazuurd hebben
jullie zullen geglazuurd hebben
zij zullen geglazuurd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou glazuren
jij zou glazuren
hij zou glazuren
wij zouden glazuren
jullie zouden glazuren
zij zouden glazuren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geglazuurd hebben
jij zou geglazuurd hebben
hij zou geglazuurd hebben
wij zouden geglazuurd hebben
jullie zouden geglazuurd hebben
zij zouden geglazuurd hebben

Gebiedende wijs
glazuur

Aanvoegende wijs
glazure

Voorbeelden

  1. glazuur
    frit
  2. Glazuur, ontzettend heet.
    Icing. Icing really hot.
  3. Uh... roze glazuur.
    Uh... Pink frosting.
  4. Glazuur is bijna klaar!
    Frosting 's almost done!
  5. Vraag over de glazuur.
    Ask about the icing.
  6. Heb je het glazuur?
    You got the icing?
  7. Ik heb je glazuur opgewarmd.
    I warmed up your icing.
  8. Iets over glazuur dacht ik.
    I think something to do with glazes.
  9. Er zit glazuur op je lip.
    You have frosting on your lip.
  10. Een beetje glazuur mist Bo niet.
    Bo will never miss a little icing

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden