Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to glaze    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
glazing

Present simple (ott)
I glaze
you glaze
he glazes
we glaze
you glaze
they glaze

Present perfect (vtt)
I have glazed
you have glazed
he has glazed
we have glazed
you have glazed
they have glazed

Past Simple (ovt)
I glazed
you glazed
he glazed
we glazed
you glazed
they glazed

Past perfect (vvt)
I had glazed
you had glazed
he had glazed
we had glazed
you had glazed
they had glazed

Present future (ottt)
I will glaze
you will glaze
he will glaze
we will glaze
you will glaze
they will glaze

Present future perfect (vttt)
I will have glazed
you will have glazed
he will have glazed
we will have glazed
you will have glazed
they will have glazed

Past future (ovtt)
I would glaze
you would glaze
he would glaze
we would glaze
you would glaze
they would glaze

Past future perfect (vvtt)
I would have glazed
you would have glazed
he would have glazed
we would have glazed
you would have glazed
they would have glazed


Voorbeelden

  1. A strychnine glaze.
    Een strychnine glans.
  2. Chocolate glaze, my usual.
    Chocoladeglans, mijn gebruikelijke.
  3. You forgot to glaze me.
    Je bent me vergeten te glazuren.
  4. Demi-glaze panna cotta sauce framboise!
    Demi-glace panna cotta sauce framboise.
  5. Shall I glaze the ham now?
    Zal ik nu de ham glazuren?
  6. Give me a chocolate glaze and...
    Eén met chocoladeglazuur en...
  7. I need the recipe for the glaze.
    Ik moet het recept voor het glazuur.
  8. Oh, I need to finish the glaze.
    Oh, Ik moet de cake nog afwerken.
  9. You help glaze those buns yourself, Tim?
    Help jij die kontjes op te blinken, Tim?
  10. I didn 't want your eyes to glaze over.
    Ik wilde niet dat je glazig ging kijken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden