Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gisten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegist

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gist
jij gist
hij gist
wij gisten
jullie gisten
zij gisten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegist
jij hebt gegist
hij heeft gegist
wij hebben gegist
jullie hebben gegist
zij hebben gegist

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gistte
jij gistte
hij gistte
wij gistten
jullie gistten
zij gistten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegist
jij had gegist
hij had gegist
wij hadden gegist
jullie hadden gegist
zij hadden gegist

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gisten
jij zult gisten
hij zal gisten
wij zullen gisten
jullie zullen gisten
zij zullen gisten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegist hebben
jij zult gegist hebben
hij zal gegist hebben
wij zullen gegist hebben
jullie zullen gegist hebben
zij zullen gegist hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gisten
jij zou gisten
hij zou gisten
wij zouden gisten
jullie zouden gisten
zij zouden gisten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegist hebben
jij zou gegist hebben
hij zou gegist hebben
wij zouden gegist hebben
jullie zouden gegist hebben
zij zouden gegist hebben

Gebiedende wijs
gist

Aanvoegende wijs
giste

Voorbeelden

  1. Gist-infectie... schimmelinfectie.
    Yeast infection... yeast infection.
  2. Hoe gist het dan?
    How does it ferment?
  3. Het woord is: gist.
    The word is yeast.
  4. We zitten zonder gist.
    We are yeastless.
  5. Lul niet over gist.
    Don 't tell me about yeast.
  6. iep schors en gist?
    Elm bark and yeast?
  7. Ik gist dingen in de kelder.
    I ferment things in the basement.
  8. Breng me naar jouw Gist fabriek.
    Take me to your yeast factory.
  9. Er zijn sporen van bloem en gist.
    There 's traces of flour and yeast.
  10. Hij denkt dat het gist schimmel is.
    He thinks it 's yeast mould.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden