1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. geruststellen

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: geruststellen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerustgesteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stel gerust
jij stelt gerust
hij stelt gerust
wij stellen gerust
jullie stellen gerust
zij stellen gerust

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik geruststel
dat jij geruststelt
dat hij geruststelt
dat wij geruststellen
dat jullie geruststellen
dat zij geruststellen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerustgesteld
jij hebt gerustgesteld
hij heeft gerustgesteld
wij hebben gerustgesteld
jullie hebben gerustgesteld
zij hebben gerustgesteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stelde gerust
jij stelde gerust
hij stelde gerust
wij stelden gerust
jullie stelden gerust
zij stelden gerust

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik geruststelde
dat jij geruststelde
dat hij geruststelde
dat wij geruststelden
dat jullie geruststelden
dat zij geruststelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerustgesteld
jij had gerustgesteld
hij had gerustgesteld
wij hadden gerustgesteld
jullie hadden gerustgesteld
zij hadden gerustgesteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal geruststellen
jij zult geruststellen
hij zal geruststellen
wij zullen geruststellen
jullie zullen geruststellen
zij zullen geruststellen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerustgesteld hebben
jij zult gerustgesteld hebben
hij zal gerustgesteld hebben
wij zullen gerustgesteld hebben
jullie zullen gerustgesteld hebben
zij zullen gerustgesteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou geruststellen
jij zou geruststellen
hij zou geruststellen
wij zouden geruststellen
jullie zouden geruststellen
zij zouden geruststellen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerustgesteld hebben
jij zou gerustgesteld hebben
hij zou gerustgesteld hebben
wij zouden gerustgesteld hebben
jullie zouden gerustgesteld hebben
zij zouden gerustgesteld hebben

Gebiedende wijs
stel gerust

Aanvoegende wijs
geruststelle

Voorbeelden

  1. en laat dit aardige stel gerust?
    and leave this nice couple alone?
  2. Ik stel de cast aan u voor, stel gerust uw vragen.
    It 's my pleasure to present the cast, so let 's open the floor to questions.
  3. Hem geruststellen.
    Make himself comfortable.
  4. Moet dat me geruststellen?
    And that should give me comfort?
  5. Tommy kan ze geruststellen.
    Tommy might put them at ease.
  6. Ik zal je geruststellen.
    Let me put your mind at rest.
  7. Ik wilde u geruststellen.
    I just wanted to reassure you.
  8. Ik kan u geruststellen.
    I can put your mind at rest.
  9. Ik zal je geruststellen.
    Let me put your mind at ease.
  10. Kunnen jullie me geruststellen?
    Can you two reassure me?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try