Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: geraken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geraakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik geraak
jij geraakt
hij geraakt
wij geraken
jullie geraken
zij geraken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geraakt
jij hebt geraakt
hij heeft geraakt
wij hebben geraakt
jullie hebben geraakt
zij hebben geraakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik geraakte
jij geraakte
hij geraakte
wij geraakten
jullie geraakten
zij geraakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geraakt
jij had geraakt
hij had geraakt
wij hadden geraakt
jullie hadden geraakt
zij hadden geraakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal geraken
jij zult geraken
hij zal geraken
wij zullen geraken
jullie zullen geraken
zij zullen geraken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geraakt hebben
jij zult geraakt hebben
hij zal geraakt hebben
wij zullen geraakt hebben
jullie zullen geraakt hebben
zij zullen geraakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou geraken
jij zou geraken
hij zou geraken
wij zouden geraken
jullie zouden geraken
zij zouden geraken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geraakt hebben
jij zou geraakt hebben
hij zou geraakt hebben
wij zouden geraakt hebben
jullie zouden geraakt hebben
zij zouden geraakt hebben

Gebiedende wijs
geraak

Aanvoegende wijs
gerake

Voorbeelden

  1. Ik geraak er nooit.
    I 'll never make it.
  2. Hoe geraak ik daaraan?
    How am I gonna get to it?
  3. Geraak je in orde?
    Can you be ready?
  4. Hoe geraak je binnen?
    How will you get inside?
  5. Oh, ik geraak binnen.
    Oh, I 'll get in.
  6. Daar geraak je zo binnen.
    Get you a job there easy.
  7. Maar hoe geraak je binnen?
    But how do you get inside?
  8. Hoe geraak ik hier uit?
    How do I get out?
  9. Ik geraak er stilaan over.
    I 'm getting over it.
  10. Daar geraak je nergens mee.
    That will get you nowhere.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden