NL: geotaggen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gegeotagd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik geotag jij geotagt hij geotagt wij geotaggen jullie geotaggen zij geotaggen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gegeotagd jij hebt gegeotagd hij heeft gegeotagd wij hebben gegeotagd jullie hebben gegeotagd zij hebben gegeotagd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik geotagde jij geotagde hij geotagde wij geotagden jullie geotagden zij geotagden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gegeotagd jij had gegeotagd hij had gegeotagd wij hadden gegeotagd jullie hadden gegeotagd zij hadden gegeotagd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal geotaggen jij zult geotaggen hij zal geotaggen wij zullen geotaggen jullie zullen geotaggen zij zullen geotaggen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gegeotagd hebben jij zult gegeotagd hebben hij zal gegeotagd hebben wij zullen gegeotagd hebben jullie zullen gegeotagd hebben zij zullen gegeotagd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou geotaggen jij zou geotaggen hij zou geotaggen wij zouden geotaggen jullie zouden geotaggen zij zouden geotaggen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gegeotagd hebben jij zou gegeotagd hebben hij zou gegeotagd hebben wij zouden gegeotagd hebben jullie zouden gegeotagd hebben zij zouden gegeotagd hebben
|
| Gebiedende wijs |
geotag
|
| Aanvoegende wijs |
| geotagge |