Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: confisqueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geconfisqueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik confisqueer
jij confisqueert
hij confisqueert
wij confisqueren
jullie confisqueren
zij confisqueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geconfisqueerd
jij hebt geconfisqueerd
hij heeft geconfisqueerd
wij hebben geconfisqueerd
jullie hebben geconfisqueerd
zij hebben geconfisqueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik confisqueerde
jij confisqueerde
hij confisqueerde
wij confisqueerden
jullie confisqueerden
zij confisqueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geconfisqueerd
jij had geconfisqueerd
hij had geconfisqueerd
wij hadden geconfisqueerd
jullie hadden geconfisqueerd
zij hadden geconfisqueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal confisqueren
jij zult confisqueren
hij zal confisqueren
wij zullen confisqueren
jullie zullen confisqueren
zij zullen confisqueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geconfisqueerd hebben
jij zult geconfisqueerd hebben
hij zal geconfisqueerd hebben
wij zullen geconfisqueerd hebben
jullie zullen geconfisqueerd hebben
zij zullen geconfisqueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou confisqueren
jij zou confisqueren
hij zou confisqueren
wij zouden confisqueren
jullie zouden confisqueren
zij zouden confisqueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geconfisqueerd hebben
jij zou geconfisqueerd hebben
hij zou geconfisqueerd hebben
wij zouden geconfisqueerd hebben
jullie zouden geconfisqueerd hebben
zij zouden geconfisqueerd hebben

Gebiedende wijs
confisqueer


Voorbeelden

  1. Ik confisqueer je spullen.
    I 'm confiscating the goods.
  2. Het is geconfisqueerd na de Aankomst.
    It was confiscated after the Arrival.
  3. Het werd geconfisqueerd bij uw arrestatie.
    It was confiscated when you were in jail.
  4. Mijn posters zijn geconfisqueerd bij de universiteit.
    They confiscated my posters at the university.
  5. Na' 45 hebben de Amerikanen wachten dossiers geconfisqueerd.
    After 45 the Yankees confiscated tons of files.
  6. Ik weet niet hoeveel... wapens we hebben geconfisqueerd.
    I can 't tell you offhand how many and what kind of weapons we 've confiscated.
  7. Mijn grootvader heeft het van een Duitse officier geconfisqueerd.
    My grandpa confiscated it from a German officer.
  8. We beginnen vandaag met dit slipje dat geconfisqueerd is van een prostituee.
    We open today 's bidding with this pair of panties confiscated from a prostitute.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden