Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gebaren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebaard

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik gebaar
jij gebaart
hij gebaart
wij gebaren
jullie gebaren
zij gebaren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebaard
jij hebt gebaard
hij heeft gebaard
wij hebben gebaard
jullie hebben gebaard
zij hebben gebaard

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gebaarde
jij gebaarde
hij gebaarde
wij gebaarden
jullie gebaarden
zij gebaarden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebaard
jij had gebaard
hij had gebaard
wij hadden gebaard
jullie hadden gebaard
zij hadden gebaard

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gebaren
jij zult gebaren
hij zal gebaren
wij zullen gebaren
jullie zullen gebaren
zij zullen gebaren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebaard hebben
jij zult gebaard hebben
hij zal gebaard hebben
wij zullen gebaard hebben
jullie zullen gebaard hebben
zij zullen gebaard hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gebaren
jij zou gebaren
hij zou gebaren
wij zouden gebaren
jullie zouden gebaren
zij zouden gebaren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebaard hebben
jij zou gebaard hebben
hij zou gebaard hebben
wij zouden gebaard hebben
jullie zouden gebaard hebben
zij zouden gebaard hebben

Gebiedende wijs
gebaar

Aanvoegende wijs
gebare

Voorbeelden

  1. Mooi gebaar, Greg.
    A great expression, Greg.
  2. Seconde gebaar - lichaamstaal.
    Second sign - body language.
  3. Alleen een gebaar.
    Merely a gesture.
  4. Een onbelangrijk gebaar.
    An insignificant token.
  5. Een gebaar maken.
    We should make a gesture.
  6. Een nobel gebaar.
    A noble sentiment.
  7. Een vaderlijk gebaar?
    The fatherly gesture?
  8. Ik maakte geen gebaar.
    I-I didn 't sigh.
  9. Hij maakt een gebaar.
    He 's making a gesture.
  10. Ik waardeer uw gebaar.
    So I appreciate your gesture.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden