Voorbeelden

1. Garter robes or no garter robes?
   Ceremoniële kledij of niet?
2. Teddies, merry widows, garter belts.
   Teddies, vrolijke weduwen, jarretels.
3. Then whose garter is this?
   Van wie is deze kousenband dan?
4. And here indeed is the garter!
   En hier is inderdaad de kousenband!
5. Knitting garter belts for the guys on the football squad.
   Jarretels breien voor het football-team.
6. I mean, my garter belt is a little bit temperamental.
   Ik bedoel mijn kousenband, is een beetje nukkig.
7. But now there 's something more important- - the Red Garter Saloon.
   Maar nu is er iets veel belangrijker De Red Garter bar.
8. Who wore funny boxer shorts and garter belts and died decades ago?
   Wie droeg grappige boxershorts en kousenband - riemen en stierf decennia geleden?
9. For though your garter met my eye, my thoughts were far above it.
   Hoewel je kousenband mijn oog raakte, waren mijn gedachten veel hoger.
10. I assume that you 're not referring to your garter and Daniel 's boutonnière.
    Ik neem aan dat je niet verwijst naar je jarretel en Daniel' s knoopsgaten.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden