Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: garanderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegarandeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik garandeer
jij garandeert
hij garandeert
wij garanderen
jullie garanderen
zij garanderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegarandeerd
jij hebt gegarandeerd
hij heeft gegarandeerd
wij hebben gegarandeerd
jullie hebben gegarandeerd
zij hebben gegarandeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik garandeerde
jij garandeerde
hij garandeerde
wij garandeerden
jullie garandeerden
zij garandeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegarandeerd
jij had gegarandeerd
hij had gegarandeerd
wij hadden gegarandeerd
jullie hadden gegarandeerd
zij hadden gegarandeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal garanderen
jij zult garanderen
hij zal garanderen
wij zullen garanderen
jullie zullen garanderen
zij zullen garanderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegarandeerd hebben
jij zult gegarandeerd hebben
hij zal gegarandeerd hebben
wij zullen gegarandeerd hebben
jullie zullen gegarandeerd hebben
zij zullen gegarandeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou garanderen
jij zou garanderen
hij zou garanderen
wij zouden garanderen
jullie zouden garanderen
zij zouden garanderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegarandeerd hebben
jij zou gegarandeerd hebben
hij zou gegarandeerd hebben
wij zouden gegarandeerd hebben
jullie zouden gegarandeerd hebben
zij zouden gegarandeerd hebben

Gebiedende wijs
garandeer

Aanvoegende wijs
garandere

Voorbeelden

  1. Dat garandeer ikje.
    It 's like my guarantee.
  2. Ik garandeer niks.
    I guarantee nothing.
  3. Ik garandeer niks.
    There are no guarantees.
  4. Ik garandeer het.
    I can guarantee you success.
  5. Ik garandeer niks.
    I offer no guarantees.
  6. Ik garandeer het.
    I vouch for that.
  7. Ik garandeer u...
    I guarantee you...
  8. Dat garandeer ik.
    I guarantee that.
  9. Dat garandeer ik.
    I 'll vouch for that.
  10. Garandeer je het?
    You guarantee it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden