Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: gamen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gegamed

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik game
jij gamet
hij gamet
wij gamen
jullie gamen
zij gamen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gegamed
jij hebt gegamed
hij heeft gegamed
wij hebben gegamed
jullie hebben gegamed
zij hebben gegamed

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik gamede
jij gamede
hij gamede
wij gameden
jullie gameden
zij gameden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gegamed
jij had gegamed
hij had gegamed
wij hadden gegamed
jullie hadden gegamed
zij hadden gegamed

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal gamen
jij zult gamen
hij zal gamen
wij zullen gamen
jullie zullen gamen
zij zullen gamen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gegamed hebben
jij zult gegamed hebben
hij zal gegamed hebben
wij zullen gegamed hebben
jullie zullen gegamed hebben
zij zullen gegamed hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou gamen
jij zou gamen
hij zou gamen
wij zouden gamen
jullie zouden gamen
zij zouden gamen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gegamed hebben
jij zou gegamed hebben
hij zou gegamed hebben
wij zouden gegamed hebben
jullie zouden gegamed hebben
zij zouden gegamed hebben

Gebiedende wijs
game

Aanvoegende wijs
game

Voorbeelden

  1. Game, set, moord.
    Game. Set. Murder.
  2. Game voor Dragomir.
    Game... Dragomir.
  3. Game over, zakkenwasser.
    Game over, unfortunate.
  4. De championship game.
    The championship game.
  5. Game point, schatje.
    Game point, baby.
  6. Game face, vriend.
    Game face, buddy.
  7. Video game conventie!
    Video game convention!
  8. Internet, game console...
    Internet, game console.
  9. Geen game controllers.
    No video game controllers.
  10. Punt, game, match.
    Point, game, match.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden