Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to gaff    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
gaffing

Present simple (ott)
I gaff
you gaff
he gaffs
we gaff
you gaff
they gaff

Present perfect (vtt)
I have gaffed
you have gaffed
he has gaffed
we have gaffed
you have gaffed
they have gaffed

Past Simple (ovt)
I gaffed
you gaffed
he gaffed
we gaffed
you gaffed
they gaffed

Past perfect (vvt)
I had gaffed
you had gaffed
he had gaffed
we had gaffed
you had gaffed
they had gaffed

Present future (ottt)
I will gaff
you will gaff
he will gaff
we will gaff
you will gaff
they will gaff

Present future perfect (vttt)
I will have gaffed
you will have gaffed
he will have gaffed
we will have gaffed
you will have gaffed
they will have gaffed

Past future (ovtt)
I would gaff
you would gaff
he would gaff
we would gaff
you would gaff
they would gaff

Past future perfect (vvtt)
I would have gaffed
you would have gaffed
he would have gaffed
we would have gaffed
you would have gaffed
they would have gaffed


Voorbeelden

  1. Your gaff, your rules.
    Jouw tent, jouw regels.
  2. I 'm outside your gaff.
    Ik ben bij je keet.
  3. The gaff is rotten in there.
    Het stinkt verschrikkelijk binnen.
  4. Must have been the gaff tape.
    Dit is het blooper rondje.
  5. Yeah, this is the gaff, Dad.
    Ja, dit is de spul, pap.
  6. Which is part square-rigged and carries a gaff.
    Die deel uitmaakt-vierkant getuigd en draagt een gaffel.
  7. We don 't blow the gaff on each other.
    Wij verraden elkaar niet.
  8. A gaff could look like a rifle in the dark.
    Een haakstok kan in het donker op een geweer lijken.
  9. You brought her to my gaff, knowing I 'd be fingered?
    Je bracht haar naar mijn gaffel, wetende dat ik geflikt zou worden?
  10. If you want a body part, I 'll get a gaff
    Als je er een wilt, haal ik' n visspeer.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden