NL: gadeslaan U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gadegeslagen
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik sla gade jij slaat gade hij slaat gade wij slaan gade jullie slaan gade zij slaan gade
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik gadesla dat jij gadeslaat dat hij gadeslaat dat wij gadeslaan dat jullie gadeslaan dat zij gadeslaan
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gadegeslagen jij hebt gadegeslagen hij heeft gadegeslagen wij hebben gadegeslagen jullie hebben gadegeslagen zij hebben gadegeslagen
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik sloeg gade jij sloeg gade hij sloeg gade wij sloegen gade jullie sloegen gade zij sloegen gade
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik gadesloeg dat jij gadesloeg dat hij gadesloeg dat wij gadesloegen dat jullie gadesloegen dat zij gadesloegen
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gadegeslagen jij had gadegeslagen hij had gadegeslagen wij hadden gadegeslagen jullie hadden gadegeslagen zij hadden gadegeslagen
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal gadeslaan jij zult gadeslaan hij zal gadeslaan wij zullen gadeslaan jullie zullen gadeslaan zij zullen gadeslaan
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gadegeslagen hebben jij zult gadegeslagen hebben hij zal gadegeslagen hebben wij zullen gadegeslagen hebben jullie zullen gadegeslagen hebben zij zullen gadegeslagen hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou gadeslaan jij zou gadeslaan hij zou gadeslaan wij zouden gadeslaan jullie zouden gadeslaan zij zouden gadeslaan
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gadegeslagen hebben jij zou gadegeslagen hebben hij zou gadegeslagen hebben wij zouden gadegeslagen hebben jullie zouden gadegeslagen hebben zij zouden gadegeslagen hebben
|
Gebiedende wijs |
sla gade
|
Aanvoegende wijs |
gadesla |