Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: fusilleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefusilleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fusilleer
jij fusilleert
hij fusilleert
wij fusilleren
jullie fusilleren
zij fusilleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefusilleerd
jij hebt gefusilleerd
hij heeft gefusilleerd
wij hebben gefusilleerd
jullie hebben gefusilleerd
zij hebben gefusilleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fusilleerde
jij fusilleerde
hij fusilleerde
wij fusilleerden
jullie fusilleerden
zij fusilleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefusilleerd
jij had gefusilleerd
hij had gefusilleerd
wij hadden gefusilleerd
jullie hadden gefusilleerd
zij hadden gefusilleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal fusilleren
jij zult fusilleren
hij zal fusilleren
wij zullen fusilleren
jullie zullen fusilleren
zij zullen fusilleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefusilleerd hebben
jij zult gefusilleerd hebben
hij zal gefusilleerd hebben
wij zullen gefusilleerd hebben
jullie zullen gefusilleerd hebben
zij zullen gefusilleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou fusilleren
jij zou fusilleren
hij zou fusilleren
wij zouden fusilleren
jullie zouden fusilleren
zij zouden fusilleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefusilleerd hebben
jij zou gefusilleerd hebben
hij zou gefusilleerd hebben
wij zouden gefusilleerd hebben
jullie zouden gefusilleerd hebben
zij zouden gefusilleerd hebben

Gebiedende wijs
fusilleer

Aanvoegende wijs
fusillere

Voorbeelden

  1. Laat hem fusilleren.
    Let us shoot him.
  2. Laat er zes fusilleren.
    It 's funny in English
  3. Gaan ze ons fusilleren?
    Will they shoot us?
  4. Vrees niet, ik laat u niet fusilleren.
    Don 't worry. I won 't let them shoot you.
  5. En al die mensen die ze fusilleren?
    And all those people they shoot?
  6. Ik stem niet voor iemand die iedereen wil fusilleren.
    I will not vote for someone who wants to shoot anyone.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden