NL: frontloaden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gefrontload
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik frontload jij frontloadt hij frontloadt wij frontloaden jullie frontloaden zij frontloaden
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gefrontload jij hebt gefrontload hij heeft gefrontload wij hebben gefrontload jullie hebben gefrontload zij hebben gefrontload
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik frontloadde jij frontloadde hij frontloadde wij frontloadden jullie frontloadden zij frontloadden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gefrontload jij had gefrontload hij had gefrontload wij hadden gefrontload jullie hadden gefrontload zij hadden gefrontload
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal frontloaden jij zult frontloaden hij zal frontloaden wij zullen frontloaden jullie zullen frontloaden zij zullen frontloaden
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gefrontload hebben jij zult gefrontload hebben hij zal gefrontload hebben wij zullen gefrontload hebben jullie zullen gefrontload hebben zij zullen gefrontload hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou frontloaden jij zou frontloaden hij zou frontloaden wij zouden frontloaden jullie zouden frontloaden zij zouden frontloaden
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gefrontload hebben jij zou gefrontload hebben hij zou gefrontload hebben wij zouden gefrontload hebben jullie zouden gefrontload hebben zij zouden gefrontload hebben
|
| Gebiedende wijs |
frontload
|
| Aanvoegende wijs |
| frontloade |