Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: frequenteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefrequenteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik frequenteer
jij frequenteert
hij frequenteert
wij frequenteren
jullie frequenteren
zij frequenteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefrequenteerd
jij hebt gefrequenteerd
hij heeft gefrequenteerd
wij hebben gefrequenteerd
jullie hebben gefrequenteerd
zij hebben gefrequenteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik frequenteerde
jij frequenteerde
hij frequenteerde
wij frequenteerden
jullie frequenteerden
zij frequenteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefrequenteerd
jij had gefrequenteerd
hij had gefrequenteerd
wij hadden gefrequenteerd
jullie hadden gefrequenteerd
zij hadden gefrequenteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal frequenteren
jij zult frequenteren
hij zal frequenteren
wij zullen frequenteren
jullie zullen frequenteren
zij zullen frequenteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefrequenteerd hebben
jij zult gefrequenteerd hebben
hij zal gefrequenteerd hebben
wij zullen gefrequenteerd hebben
jullie zullen gefrequenteerd hebben
zij zullen gefrequenteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou frequenteren
jij zou frequenteren
hij zou frequenteren
wij zouden frequenteren
jullie zouden frequenteren
zij zouden frequenteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefrequenteerd hebben
jij zou gefrequenteerd hebben
hij zou gefrequenteerd hebben
wij zouden gefrequenteerd hebben
jullie zouden gefrequenteerd hebben
zij zouden gefrequenteerd hebben

Gebiedende wijs
frequenteer

Aanvoegende wijs
frequentere

Voorbeelden

  1. We frequenteren dezelfde kringen.
    We travel in the same circles.
  2. Er is woord van Mitanni spionnen frequenteren bier zalen, luisteren en kijken.
    There 's word of Mitanni spies frequenting beer halls, listening and watching.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden