Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: freerunnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefreerund

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik freerun
jij freerunt
hij freerunt
wij freerunnen
jullie freerunnen
zij freerunnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefreerund
jij hebt gefreerund
hij heeft gefreerund
wij hebben gefreerund
jullie hebben gefreerund
zij hebben gefreerund

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik freerunde
jij freerunde
hij freerunde
wij freerunden
jullie freerunden
zij freerunden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefreerund
jij had gefreerund
hij had gefreerund
wij hadden gefreerund
jullie hadden gefreerund
zij hadden gefreerund

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal freerunnen
jij zult freerunnen
hij zal freerunnen
wij zullen freerunnen
jullie zullen freerunnen
zij zullen freerunnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefreerund hebben
jij zult gefreerund hebben
hij zal gefreerund hebben
wij zullen gefreerund hebben
jullie zullen gefreerund hebben
zij zullen gefreerund hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou freerunnen
jij zou freerunnen
hij zou freerunnen
wij zouden freerunnen
jullie zouden freerunnen
zij zouden freerunnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefreerund hebben
jij zou gefreerund hebben
hij zou gefreerund hebben
wij zouden gefreerund hebben
jullie zouden gefreerund hebben
zij zouden gefreerund hebben

Gebiedende wijs
freerun

Aanvoegende wijs
freerunne

Voorbeelden

  1. Geen paniek, ik heb op freerun-les gezeten.
    Don 't worry. I took a parkour class at the community center.
  2. Nee, van het freerunnen.
    No, the free running.
  3. Ben je gestopt met freerunnen?
    Did you quit free running?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden