1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. foreclose

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to foreclose    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
foreclosing

Present simple (ott)
I foreclose
you foreclose
he forecloses
we foreclose
you foreclose
they foreclose

Present perfect (vtt)
I have foreclosed
you have foreclosed
he has foreclosed
we have foreclosed
you have foreclosed
they have foreclosed

Past Simple (ovt)
I foreclosed
you foreclosed
he foreclosed
we foreclosed
you foreclosed
they foreclosed

Past perfect (vvt)
I had foreclosed
you had foreclosed
he had foreclosed
we had foreclosed
you had foreclosed
they had foreclosed

Present future (ottt)
I will foreclose
you will foreclose
he will foreclose
we will foreclose
you will foreclose
they will foreclose

Present future perfect (vttt)
I will have foreclosed
you will have foreclosed
he will have foreclosed
we will have foreclosed
you will have foreclosed
they will have foreclosed

Past future (ovtt)
I would foreclose
you would foreclose
he would foreclose
we would foreclose
you would foreclose
they would foreclose

Past future perfect (vvtt)
I would have foreclosed
you would have foreclosed
he would have foreclosed
we would have foreclosed
you would have foreclosed
they would have foreclosed


Voorbeelden

  1. Chapman wanted to foreclose.
    Chapman wou het afsluiten.
  2. They 're going to foreclose.
    Ze gaan een nieuwe hypotheek afsluiten.
  3. And when you finally did foreclose...
    En toen u eindelijk beslag legde...
  4. You 'd have let the bank foreclose?
    Jij liet de bank beslag leggen?
  5. ... they 're going to foreclose on him.
    gaan ze het voor hem regelen.
  6. Did you foreclose on many families this week?
    Heb je deze week veel gezinnen uitgezet?
  7. The bank was about to foreclose on my house.
    De bank zou mijn huis in beslag nemen.
  8. Either the sale goes through or they foreclose on the castle.
    Of de verkoop gaat door of ze schermen het kasteel af.
  9. If you can 't, the bank will be forced to foreclose.
    Zo niet. Dan zal de bank beslag laten leggen.
  10. I bet you 'd foreclose on widowers and orphans, wouldn 't you?
    Ik wed dat je weduwnaars en wezen zou afwijzen, niet dan?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try