Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: fonduen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefonduud

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fondu
jij fonduut
hij fonduut
wij fonduen
jullie fonduen
zij fonduen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefonduud
jij hebt gefonduud
hij heeft gefonduud
wij hebben gefonduud
jullie hebben gefonduud
zij hebben gefonduud

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fondude
jij fondude
hij fondude
wij fonduden
jullie fonduden
zij fonduden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefonduud
jij had gefonduud
hij had gefonduud
wij hadden gefonduud
jullie hadden gefonduud
zij hadden gefonduud

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal fonduen
jij zult fonduen
hij zal fonduen
wij zullen fonduen
jullie zullen fonduen
zij zullen fonduen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefonduud hebben
jij zult gefonduud hebben
hij zal gefonduud hebben
wij zullen gefonduud hebben
jullie zullen gefonduud hebben
zij zullen gefonduud hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou fonduen
jij zou fonduen
hij zou fonduen
wij zouden fonduen
jullie zouden fonduen
zij zouden fonduen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefonduud hebben
jij zou gefonduud hebben
hij zou gefonduud hebben
wij zouden gefonduud hebben
jullie zouden gefonduud hebben
zij zouden gefonduud hebben

Gebiedende wijs
fondu

Aanvoegende wijs
fondue

Voorbeelden

  1. Over de fondu en de lekke band?
    About the fondue and flat tire?
  2. We moeten met z' n vieren een keer gaan fonduen
    The four of us should get together for some fondue.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden