Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: focusseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefocusseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik focusseer
jij focusseert
hij focusseert
wij focusseren
jullie focusseren
zij focusseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefocusseerd
jij hebt gefocusseerd
hij heeft gefocusseerd
wij hebben gefocusseerd
jullie hebben gefocusseerd
zij hebben gefocusseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik focusseerde
jij focusseerde
hij focusseerde
wij focusseerden
jullie focusseerden
zij focusseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefocusseerd
jij had gefocusseerd
hij had gefocusseerd
wij hadden gefocusseerd
jullie hadden gefocusseerd
zij hadden gefocusseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal focusseren
jij zult focusseren
hij zal focusseren
wij zullen focusseren
jullie zullen focusseren
zij zullen focusseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefocusseerd hebben
jij zult gefocusseerd hebben
hij zal gefocusseerd hebben
wij zullen gefocusseerd hebben
jullie zullen gefocusseerd hebben
zij zullen gefocusseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou focusseren
jij zou focusseren
hij zou focusseren
wij zouden focusseren
jullie zouden focusseren
zij zouden focusseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefocusseerd hebben
jij zou gefocusseerd hebben
hij zou gefocusseerd hebben
wij zouden gefocusseerd hebben
jullie zouden gefocusseerd hebben
zij zouden gefocusseerd hebben

Gebiedende wijs
focusseer

Aanvoegende wijs
focussere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden